P.M.J.J. Frissen

22 jul 20203 minuten

Van conceptie tot ontsluiting van de Nederlandse jurisprudentie

Bijgewerkt: 18 nov 2023

Als (voormalig) verzamelaars moeten we van tijd tot tijd door stapels, dozen en wat dies meer zij heen om het kaf van het koren te scheiden en onze woning begaanbaar te houden. Onlangs stuitte ik daarbij op een in de vergetelheid geraakte papieren editie van het Nederlands Juristenblad, waarin ik ruim een kwart eeuw geleden een artikel geschreven heb over de publicatiesnelheid van de Nederlandse jurisprudentie.

Rechtspraak.nl bestond nog niet[1]. Het 'World Wide Web' was voor het grote publiek nog embryonaal ontwikkeld. Het was de tijd van Netscape als dominante browser en Internet Access moest nog worden gelanceerd door Microsoft. Begin jaren negentig had deze tech-gigant een grafische interface gebouwd bovenop MS-DOS, maar het gehannes met diskettes om een programma geïnstalleerd te krijgen was nog gemeengoed. Van losbladigen werd gezegd dat ze de uiterste houdbaarheidsdatum overschreden hadden, maar vooraleer ze daadwerkelijk uit de gratie raakten zou nog ruim een decennium verstrijken en in sommige domeinen zouden ze zelfs de cd-rom als informatiedrager overleven.

Rechtspraak verscheen op papier in de NJ, AB, BNB en Rechtspraak van de Week. De eerste kritiek op de traagheid waarmee dat gebeurde werd begin jaren negentig hoorbaar, tegelijk met de klacht dat er teveel tijdschriften zouden zijn die dezelfde informatie brachten. Met JAR werd in 1992 een eerste gesegmenteerd aanbod gecreëerd, later gevolgd door JOR, JB en vele andere specialistische jurisprudentietijdschriften. Vanaf 1995 kwamen ook de Officiële Publicaties digitaal beschikbaar via OPmaat en kon in de jaren erna het magazijn, waarin handmatig op pikorderlocaties de kamerstukken, handelingen en Staatsbladen werden geraapt, gesloten worden. Wetgeving was al langer digitaal beschikbaar via N-lex, het Centraal Wettenbestand en nog een aantal voorlopers van Wetten.nl, die onder andere speciaal ontwikkeld waren voor de Tweede Kamer.

Sinds de digitalisering van jurisprudentie is het volume van gepubliceerde uitspraken geëxplodeerd, maar ook nu gaat het - anders dan velen denken - nog steeds om een selectie van uitspraken die via Rechtspraak.nl wordt aangeboden. Aan de hand van bepaalde criteria wordt vastgesteld welke uitspraken geschikt zijn voor publicatie en welke niet. Dat hier een zeker risico in schuilt voor wat betreft (een ongelijke) informatiepositie van de rechtssubjecten en hun juridische bijstandsverleners enerzijds tegenover de overheid en rechterlijke macht anderzijds behoeft geen betoog. Zo beschikte de IND tot voor kort als procespartij over alle vreemdelingrechtelijke uitspraken, terwijl de rechtzoekende was aangewezen op een aantal bronnen met daarin een selectie zoals JV, Migratierecht.nl, Migratieweb.nl en Vluchtweb.nl. De AVG heeft hierin een verschuiving gebracht. Daar staat tegenover dat het publiceren van álle rechtspraak zal leiden tot enorm veel ruis in de zoekresultaten, hetgeen het doorspitten van relevante jurisprudentie op Rechtspraak.nl niet zal veraangenamen.

Tijdschriftredacties werkten met selecteurs bij de rechterlijke instanties, terwijl nu vooral rechtstreeks wordt geselecteerd van Rechtspraak.nl, aangevuld met door praktizijns ingezonden uitspraken. Naast snelheid en duiding blijft selectie van belang om door de bomen het bos te kunnen blijven zien. De selectie moet een representatieve afspiegeling vormen van de ontwikkeling in de rechtspraak om aldus veel zoekwerk uit handen te kunnen nemen van de juridische professional.

Artificiële intelligentie zal naar verwachting een belangrijke rol gaan spelen in het duiden van ontwikkelingen in de rechtspraak en wellicht tot meer rechtseenheid kunnen leiden, al gaan deze ontwikkelingen minder snel dan verwacht werd in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw toen ik het aangehaalde artikel schreef.

Wie wil weten hoe een kwart eeuw geleden jurisprudentie werd gepubliceerd, lees het artikel uit mijn oude doos in NJB 1994/28, p. 950. De foto geeft niets verhullend weer dat de tijd aan ons knaagt. Hopelijk worden we niet alleen ouder maar ook wijzer.


[1] De eerste registratie van deze domeinnaam dateert van 4-11-1999 en sinds 29-7-2003 is de domeinnaam in handen van het Ministerie van Justitie: https://whois.domaintools.com/rechtspraak.nl.

    770
    2