Algemeen nut beogende instellingen: een zegen of een vloek?
- P.M.J.J. Frissen

- 27 aug
- 12 minuten om te lezen

Wat is een ANBI?
Een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is een stichting, vereniging of kerkgenootschap die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (≥90%) het algemeen belang dient. [1] De regels zijn vastgelegd in Artikel 5b Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en de Uitvoeringsregeling AWR. Overheden – het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen – gelden altijd als ANBI.
ANBI’s profiteren van fiscale voordelen bij erven en schenken, en donateurs kunnen gebruikmaken van giftenaftrek. Daarnaast bestaan er voordelen in de energiebelasting. Voor culturele ANBI’s geldt een extra stimulans: donateurs kunnen een verhoogde giftenaftrek toepassen. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden zijn door de belastingdienst beschreven. [2] Een lezenswaardig overzicht van de juridische merites kunt u vinden in het artikel: 'Het opzetten van een ANBI'. [3]
Wanneer is sprake van ‘algemeen belang’?
Of een instelling het algemeen belang dient, wordt in twee stappen getoetst. De kwalitatieve toets kijkt of zowel de statutaire doelstelling als de feitelijke werkzaamheden primair en rechtstreeks op een concreet algemeen belang zijn gericht. De kwantitatieve toets (het 90%-criterium) vereist dat werkzaamheden en bestedingen voor minimaal 90% ten goede komen aan dat doel; particuliere belangen (bijvoorbeeld van bestuurders) zijn daarmee vrijwel uitgesloten. In de praktijk wordt aanvullend gelet op de doelgroeptoets (een doelgroep mag afgebakend zijn, maar niet exclusief of discriminerend) en de quid-pro-quo-toets (geen commerciële tegenprestatie als doel; commerciële activiteiten zijn alleen toegestaan als ze ondersteunend zijn en de opbrengsten nagenoeg geheel aan het doel ten goede komen). Uit de jurisprudentie – onder meer de NAC-zaak – volgt dat een professionele sportclub die primair het eigen clubbelang dient, niet als ANBI kwalificeert, ook al is er zijdelings algemeen nut.
Onder het begrip algemeen belang vallen onder meer welzijn, cultuur, onderwijs, wetenschap en onderzoek, natuur en milieu/duurzaamheid, gezondheidszorg, jeugd- en ouderenzorg, ontwikkelingssamenwerking, dierenwelzijn, religie/levensbeschouwing/spiritualiteit, bevordering van de democratische rechtsorde en volkshuisvesting, inclusief combinaties daarvan en het (financieel) ondersteunen van andere ANBI’s. Zie ook de analyse van de rechtspraak hierna.
Vorm, integriteit en aanvraag
Alleen stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen komen in aanmerking. Bestuurders moeten voldoen aan integriteitseisen (onder meer: geen onherroepelijke veroordelingen wegens aanzetten tot haat of geweld in de afgelopen vier jaar). Aanwijzing als ANBI gebeurt op aanvraag bij de Belastingdienst; overheden hoeven geen aanvraag te doen.
Financiën en governance
Een ANBI heeft geen winstoogmerk met haar algemeen-nutactiviteiten. Incidentele overschotten zijn toegestaan als ze ten goede komen aan het doel. Voor het vermogen gelden twee hoofdregels: bestuurders of beleidsbepalers mogen niet beschikken over het vermogen alsof het privé is (dus geen eenpersoonsmeerderheid), en de anti-oppoteis schrijft voor dat er geen onbestemd vermogen wordt aangehouden en dat reserves niet verder gaan dan redelijkerwijs nodig voor de continuïteit. Bestuursbeloning blijft beperkt tot onkostenvergoeding en niet-bovenmatig vacatiegeld; beheerkosten moeten in redelijke verhouding staan tot de bestedingen voor het doel. Bij liquidatie gaat een batig saldo naar een andere ANBI of een gelijkwaardige buitenlandse instelling met een vergelijkbare doelstelling.
Administratie en publicatie
Elke ANBI heeft een actueel beleidsplan waarin staat: de werkzaamheden ter verwezenlijking van de doelstelling, de werving van inkomsten, het beheer van het vermogen en de besteding daarvan. De administratie geeft inzicht in vergoedingen aan het bestuur, beheerkosten, overige uitgaven, inkomsten en vermogen. De instelling publiceert online – via het standaardformulier – de basisgegevens (naam, adres/KvK), de doelstellingen, de hoofdlijnen van het beleidsplan, de bestuurssamenstelling, een activiteitenverslag en de balans met staat van baten en lasten. Sinds 1 januari 2021 zijn grote ANBI’s verplicht de standaardformulieren te gebruiken. Groot is een fondswervende ANBI met totale baten > € 50.000 of een niet-fondswervende ANBI met totale lasten > € 100.000. Of een instelling als ANBI is aangewezen, is te controleren in het ANBI-register van de Belastingdienst.
Beëindiging en transparantie
Wordt de ANBI-status beëindigd op of na 1 januari 2013 en bedroeg het ANBI-vermogen op dat moment meer dan € 25.000, dan geldt een jaarlijkse informatieplicht aan de Belastingdienst over de schenkingen en het vermogensverloop sinds beëindiging. Tot slot: de Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo) – in voorbereiding, stand januari 2025 – zal de administratie- en informatieplichten uitbreiden. Maatschappelijke organisaties (waaronder ANBI’s) moeten desgevraagd de herkomst, het doel en de omvang van donaties kunnen tonen en deze gegevens zeven boekjaren bewaren. Inzage ligt bij de burgemeester van de vestigingsgemeente en het OM, en de gegevens worden niet publiek gemaakt.
Evaluatie van de praktijk rondom ANBI's en SBBI's
In januari 2017 verscheen een evaluatie van de praktijk rondom ANBI's en SBBI's van het Ministerie van Financiën. [4]
Kernboodschap
De ANBI-regeling wordt breed gebruikt en levert substantiële fiscale ondersteuning aan filantropie op, maar de uitvoering is complex, toezicht is capaciteit-intensief (vooral achteraf), en er zijn hardnekkige knelpunten rond ex-ANBI’s, buitenlandse instellingen en interpretatie van open normen.
Belangrijkste bevindingen
Omvang & groei: aantal ANBI’s steeg van ca. 32.000 (2008) naar >43.000 (1-1-2017), ondanks strengere eisen (o.a. 90%-norm per 2010, publicatieplicht per 2014/2016). [PF: inmiddels zijn we anno september 2025 de 54.000 ANBI's genaderd of er zelfs al overheen gegaan; zie printscreen van de database die als afbeelding bovenaan deze bijdrage is ingevoegd]
Fiscale steun: ruim €0,5 mld/jaar, vooral via giftenaftrek (~€330 mln) en vrijstelling schenk-/erfbelasting (~€211 mln). [5]
Toezicht
Ex-ante lastig (weinig activiteit zichtbaar bij nieuwe instellingen); ex-post nodig maar kostbaar en vraagt specialistische kennis.
Onderzoek bij ~232 ANBI’s: 65% had formele gebreken; ≥8% leidde direct tot intrekking ANBI-status; non-compliance vaker bij gelieerdheid (bestuur↔ANBI).
2016: 4.437 aanvragen; 34% afgewezen, 2.241 toegekend, 684 ingetrokken door aanvrager.
Complexiteit regelgeving: meerdere wijzigingen (2008–2014) en open normen (o.a. 90%-criterium, commerciële activiteiten) vergroten uitvoeringslast én onzekerheid bij met name kleine ANBI’s.
Ex-ANBI’s: jaarlijkse meldplicht bij vermogen >€25.000 leidt tot langdurige toezichtslasten; er is geen afrekenmoment, waardoor toezicht “in lengte van jaren” kan doorlopen.
Buitenlandse ANBI’s: toezicht is moeilijk, zeker buiten de EU of in conflictlanden; geldstromen zijn vaak niet te volgen over de grens.
ANBI/SBBI als keurmerk: status wordt ook buiten fiscaliteit gebruikt (bv. voorwaarden voor vrijwilligerswerk in WW), wat de vraag naar ANBI-status vergroot.
Uitvoeringskosten Belastingdienst: circa €2,8 mln en ~40 fte; veel capaciteit gaat naar aanvraagtoetsing, publicatieplicht-controle, integriteitstoets en risicogericht toezicht.
Conclusies per regeling
ANBI: doeltreffendheid gemengd - status bereikt juiste doelgroep in veel gevallen, maar er zijn ook onterechte toekenningen; doelmatigheid redelijk gegeven lage uitvoeringskosten, maar stelsel blijft kwetsbaar door volume, complexiteit en moeilijk toezicht achteraf.
SBBI: effectiviteit/doelmatigheid moeilijk te beoordelen (geen formele status; beperkt zicht op omvang); begrip roept veel vragen op en krijgt toenemende betekenis buiten fiscaliteit.
Steunstichting SBBI: nauwelijks gebruikt (slechts 9 geregistreerd per 6-10-2016); wél eenvoudig uitvoerbaar.
Knelpunten & aandachtspunten
Interpretatie van commerciële activiteiten en 90%-criterium (open normen).
Publicatieplicht: vergroot transparantie, maar ervaren last bij kleine/religieuze instellingen; vormvrijheid maakt controle arbeidsintensief.
Constructies/oneigenlijk gebruik en gelieerdheid vragen gerichte aandacht.
Op 31 maart dit jaar verscheen op verzoek van het ministerie van Financiën het Rapport Evaluatie ANBI- en SBBI-regelingen van bureau Berenschot. In de kern komt dit rapport tot de volgende conclusies:
Effectiviteit & efficiëntie niet hard te beoordelen. Door datagebrek en een dynamisch ANBI-register zijn kerncijfers (actief/slapend, typen ANBI’s, naleving na toekenning) onvoldoende; daardoor kan ook de doelmatigheid niet worden vastgesteld.
Aanbeveling: bouw een digitaal portal/dataketen voor aanvraag én nazorg (categorie, vermogenspositie, baten/lasten, publicatieplicht), benut externe bronnen (CBF/FIN), en overweeg meer sectorale codes/zelfregulering om toezicht te verlichten.
Beleidsscherpte: omschrijf de doelgroep van de ANBI-regeling duidelijker (alle algemeen-nut-instellingen of alleen instellingen die feitelijk fiscale faciliteiten benutten).
SBBI (en steunstichting SBBI): gebruik is zeer beperkt en er zijn nauwelijks data; daarom geen harde uitspraak over doeltreffendheid/doelmatigheid. Eerst dataverzameling en evt. bekendheid vergroten. Steunstichtingen lijken niet doeltreffend noch doelmatig.
Publiek draagvlak: meerderheid van burgers steunt belastingvoordelen voor maatschappelijke instellingen, maar bekendheid met ANBI/SBBI is laag; ANBI fungeert in perceptie deels als keurmerk. [PF: waarop deze conclusie gebaseerd is, is niet duidelijk]
Verder verkennend: verbeter informatiebasis rond het bestedingscriterium/anti-oppoteis (datagedreven toezicht) en bekijk opties voor ex-ANBI-toezicht; verzwaren van regels zonder betere data ligt minder voor de hand.
In de aanbiedingsbrief bij dit rapport zegt de Staatssecretaris: "'De evaluatie betreft de uitvoering van de ANBI- en de SBBI-regelingen en was aangekondigd in de Strategische Evaluatieagenda.
1 De evaluatie is een vervolg op de vorige evaluatie uit 2017 over hetzelfde onderwerp
2 De ANBI-regeling heeft betrekking op de voorwaarden waaraan algemeen nut beogende instellingen moeten voldoen. De SBBI-regeling heeft betrekking op de voorwaarden waaraan sociaal belang behartigende instellingen (SBBI’s) moeten voldoen om voor de vrijstelling schenk- en erfbelasting te kwalificeren.
3 Ik wil de kabinetsreactie op deze evaluatie voor de zomer naar uw Kamer sturen, zoals toegezegd in het Commissiedebat Nationale Fiscaliteit op 26 maart 2025.
In deze kabinetsreactie zal ik ook ingaan op het aan u gestuurde onderzoek naar familiestichtingen voor zover dat betrekking had op ANBI’s.
4 Daarnaast kom ik in de kabinetsreactie ook terug op de toezegging in mijn brief van 19 maart 2025 in reactie op de motie-Eerdmans.
5 Hierin heb ik aangegeven dat verkend zal worden in hoeverre het toevoegen van strafbare feiten als grond voor intrekking van de ANBI-status in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) wenselijk en mogelijk is." [6]
Analyse van de rechtspraak
Een analyse van de jurisprudentie op Rechtspraak.nl van het begrip algemeen nut uit de ANBI levert het volgende schema op.
Sectie | Nr | Criterium | Concrete vraag | Vereist bewijs / documentatie |
A – Doel & werkzaamheden | A1 | Doelstatuten | Is de doelomschrijving in de statuten rechtstreeks op een publiek/algemeen belang gericht (niet louter faciliterend)? | Statuten (laatste versie), notulen wijziging statuten |
A – Doel & werkzaamheden | A2 | Feitelijke werkzaamheden | Zijn de feitelijke kernactiviteiten direct op het algemeen belang gericht (geen louter intermediaire rol/loketinstelling)? | Activiteitenplan, projectoverzicht, impactbeschrijving |
A – Doel & werkzaamheden | A3 | Rechtstreeksheid | Kan voor hoofdactiviteiten concreet worden uitgelegd welke publieke baten de instelling zélf levert? | Activiteitenplan, KPI’s/outcomemeting |
A – Doel & werkzaamheden | A4 | Geen particulier voordeel | Overheerst geen voordeel voor individuele leden/deelnemers (vrije tijd, persoonlijke ontwikkeling, consumptie)? | Programma’s, doelgroepomschrijving, deelnemersbijdragen |
B – Mate (90%-toets) | B1 | Onderbouwing 90% | Is onderbouwd dat nagenoeg uitsluitend (~90%) van middelen/activiteiten op het algemeen belang ziet? | Sheet ‘90%-berekening’, begroting/jaarrekening, urenstaat |
B – Mate (90%-toets) | B2 | Bestedingen ≥90% | Is ≥90% van de bestedingen in het boekjaar aan algemeen-belang-activiteiten besteed? | Jaarrekening (kostenplaatsen), projectdossiers |
B – Mate (90%-toets) | B3 | Uren ≥90% | Is ≥90% van de inzet (uren) gericht op algemeen-belang-activiteiten? | Urenregistraties, taakverdeling personeel/vrijwilligers |
B – Mate (90%-toets) | B4 | Output ≥90% | Is ≥90% van de output (publicaties, events, trajecten) algemeen-belang-georiënteerd? | Outputregister, publicatieoverzicht |
C – Tegenprestatie & tarieven | C1 | Quid-pro-quo | Zijn betalingen aan de instelling vrij van directe tegenprestatie (dus geen diensten/leveringen die primair particulier voordeel opleveren)? | Contracten, bestelbonnen, product/dienstomschrijvingen |
C – Tegenprestatie & tarieven | C2 | Integrale kostprijs | Zijn gehanteerde tarieven niet hoger dan integrale kostprijs (geen winstopslag gericht op rendement)? | Kostprijscalculaties, prijslijst |
C – Tegenprestatie & tarieven | C3 | Marktvergelijking | Wijkt tarief significant af van marktprijs (duidend op commerciële prijsstelling)? | Benchmarkonderzoek, offertes derden |
C – Tegenprestatie & tarieven | C4 | Giften vs. omzet | Zijn als ‘gift’ geboekte ontvangsten daadwerkelijk onvoorwaardelijk en zonder tegenprestatie? | Boekingsstukken, giftbevestigingen |
D – Doelgroep | D1 | Consumptie/ontspanning | Is uitgesloten dat activiteiten vooral individuele consumptie/ontspanning dienen? | Programma’s, doelgroepanalyse |
D – Doelgroep | D2 | Kwetsbare/brede doelgroep | Richt de instelling zich (mede) op een brede of kwetsbare doelgroep met publieke baat? | Projectdossiers, impactanalyse |
D – Doelgroep | D3 | Ledenvoordeel | Worden leden/insiders niet in overheersende mate bevoordeeld t.o.v. het brede publiek? | Ledenreglement, kortingen/voordelenoverzicht |
E – Steunstichting | E1 | Concretisering begunstigden | Zijn de ondersteunde instellingen voldoende concreet benoemd? | Steunbesluiten, statuten, afspraken |
E – Steunstichting | E2 | ANBI-status begunstigden | Is van elke begunstigde vastgesteld dat zij ANBI is (op datum steunverlening)? | ANBI-register-uittreksels, RSIN’s |
E – Steunstichting | E3 | ≥90% naar ANBI’s | Gaat ≥90% van de uitgaven naar (gekwalificeerde) ANBI’s? | Sheet ‘Steunstichting-matrix’ |
E – Steunstichting | E4 | Geen steun aan niet-ANBI (materieel) | Worden niet-ANBI’s niet in overwegende mate ondersteund? | Uitgavenoverzicht per begunstigde |
F – Administratie & oppoteis | F1 | Controleerbaarheid | Is de administratie zó ingericht dat bestedingen aan het algemeen belang controleerbaar zijn? | Kostenplaatsen, projectdossiers, audittrail |
F – Administratie & oppoteis | F2 | Bestedingsbeleid | Is er een toetsbaar bestedings/bestedingsplan en worden middelen tijdig aan het doel besteed (anti-oppoteis)? | Bestedingsplan, meerjarenbegroting, bestuursbesluiten |
F – Administratie & oppoteis | F3 | Reserves | Zijn (bestemmings)reserves doelmatig en onderbouwd (geen onnodige oppotting)? | Reserveringsnota, meerjareninvesteringsplan |
G – Exploitatie | G1 | Winstoogmerk | Is er géén structureel winstoogmerk of rendementstrigger in de opzet? | Meerjarenramingen, bestuursverslagen |
G – Exploitatie | G2 | Exploitatieoverschotten | Komen exploitatieoverschotten slechts incidenteel voor en worden die tijdig aan het doel besteed? | Jaarrekeningen, bestedingsbesluiten |
G – Exploitatie | G3 | Commercieel profiel | Vormen commercieel geprijsde activiteiten geen overheersend deel van de werkzaamheden? | Omzetanalyse per activiteit, brutomarge-overzicht |
Transparantie ten aanzien van instellingen die profiteren van de ANBI- en SBBI-regelingen
De ANBI- en SBBI-regelgeving en uitvoeringspraktijk is zeer complex en vooral erg onduidelijk. Gelet op het feit dat het hierbij om de besteding van publieke gelden gaat en de omvang van de bedragen die hiermee gemoeid zijn (op papier een half miljard, maar gelet op de ondoorzichtigheid en oncontroleerbaarheid zou het weleens om meer kunnen gaan), zou het wenselijk zijn dat er meer transparantie komt t.a.v. de criteria die worden toegepast om te spreken van bij voorbeeld 'algemeen nut'. Dit begrip lijkt nu toch voornamelijk negatief ingevuld te worden, namelijk door te benoemen wat het niet is.
Wanneer gekeken wordt naar de ca. 54.000 ANBI's die er nu zijn, dan valt de oververtegenwoordiging van religieuze instellingen op in een samenleving die al tientallen jaren te maken heeft met secularisering. Hierbij kan terecht de vraag worden gesteld in hoeverre de fiscale vrijstellingen die deze instellingen genieten ten goede komen aan het algemeen nut en de maatschappij als geheel. Dat geldt evenzeer voor politieke partijen die immers geen algemeen belang nastreven maar de realisatie van de eigen visie in de maatschappij, maar er zijn veel meer kritische vragen te stellen, zoals over de ongebreidelde groei van dit soort instellingen en het daadwerkelijk nut dat zij hebben en hadden voor de samenleving als geheel.


Door de fiscale vrijstellingen dienen de algemene middelen op een andere wijze te worden aangevuld tot op het bestedingsniveau van de overheid, omdat niet is in te zien dat de aldus gemiste fiscale inkomsten de Staat ertoe zullen aanzetten de broekriem aan te halen.
Tenslotte zou het wenselijk zijn dat ook de reeds toegekende ANBI en SBBI status ook ex post actief kwalitatief getoetst wordt of anders geformuleerd: 'Besteden de instellingen die eenmaal deze status hebben de fiscaal vrijgevallen middelen ook wel voor het doel dat beoogd wordt met deze regelingen?' Als gekeken wordt naar het capaciteitsbeslag dat de uitvoering van deze regelingen legt op de belastingdienst, dan zal een toets achteraf zeer waarschijnlijk slechts zeer sporadisch plaatsvinden. Denk hierbij aan de controle op de naleving van groepsbeschikkingen, zoals die bijvoorbeeld ooit ten behoeve van de Rooms Katholieke Kerk is afgegeven. [7]
Volstrekt onduidelijk is ook welke buitenlandse instellingen de ANBI-status genieten en wat daarvan de noodzaak is. Aan de beantwoording van de vraag of het moreel juist is dat iedere burger wordt geacht mee te betalen aan voorzieningen die indruisen tegen de eigen opvattingen, kom ik hier niet toe. Belangrijk is nu vooral dat eerst eens duidelijk wordt hoe de huidige regelingen in dezen functioneren, met een permanent actueel overzicht van de ANBI's en SBBI's, de reden waarom ze deze status genieten, wat de grootte is van de fiscale vrijstellingen en hoe deze gelden besteed worden. Met de verkiezingen voor de Tweede Kamer in het vooruitzicht ben ik heel benieuwd naar de plannen van de politieke partijen in dezen of hebben die er geen belang bij om orde op zaken te stellen? De raakvlakken met de wet- en regelgeving voor de financiering van politieke partijen is evident en het zou dan ook goed zijn als een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek gedaan zou worden naar hoe er meer transparantie zou kunnen komen als het om de ANBI-status in het algemeen gaat en van politieke partijen en religieuze instellingen in het bijzonder gaat.
Voetnoten
[1] Zie voor een uitgebreid overzicht van de vereisten waaraan een ANBI moet voldoen de site van de belastingdient: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/bijzondere_regelingen/goede_doelen/algemeen_nut_beogende_instellingen/wat_is_een_anbi en https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/bijzondere_regelingen/goede_doelen/algemeen_nut_beogende_instellingen/belastingregels_algemeen_nut_beogende_instellingen
[2] De voorwaarden waaraan een ANBI moet voldoen om aldus aangemerkt te worden door de belastingdienst zijn:
De instelling moet volledig gericht zijn op het algemeen nut. Dit moet onder andere blijken uit de statutaire doelstelling en de voorgenomen activiteiten.
De instelling moet met nagenoeg geheel van al haar activiteiten het algemeen belang dienen. Dit is de 90%-eis.
De instelling heeft geen winstoogmerk met het geheel van haar activiteiten die het algemeen belang dienen.
De instelling en de mensen die rechtstreeks bij de instelling betrokken zijn, voldoen aan de integriteitseisen.
Geen enkel natuurlijk persoon of rechtspersoon mag over het vermogen van de instelling beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Bestuurders en beleidsbepalers mogen geen meerderheid hebben in de zeggenschap over het vermogen van de instelling.
De instelling mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor het werk van de instelling. Daarom moet het eigen vermogen beperkt blijven.
De beloning voor beleidsbepalers is beperkt tot een onkostenvergoeding of minimale vacatiegelden.
De instelling heeft een actueel beleidsplan.
De instelling heeft een redelijke verhouding tussen beheerkosten en bestedingen.
Geld dat overblijft na opheffing van de instelling wordt besteed aan een ANBI, of aan een buitenlandse instelling die voor minimaal 90% gericht is op het algemeen nut. Voor een culturele ANBI geldt dat het batig liquidatiesaldo besteed moet worden aan een ANBI (of buitenlandse instelling die voor minimaal 90% gericht is op het algemeen nut) met een soortgelijk doel.
De instelling voldoet aan de administratieve verplichtingen.
De instelling publiceert specifieke gegevens op een eigen of gemeenschappelijke website.
[4] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-797800.pdf en https://open.overheid.nl/documenten/a6296fba-bd1f-433c-8d48-2a5b26605da6/file
[5] Inmiddels zijn deze bedragen uit 2017 toe aan een update; kijk bijvoorbeeld eens naar de schenkingen aan organisaties volgens het CBS: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/84336NED/table?dl=A7D4C. Gelet op de vergrijzing is de komende decennia een verdere groei te verwachten van de bedragen die omgaan in de ANBI en SBBI-vrijstellingen.
Vond u dit artikel interessant? Dan nodig ik u van harte uit om een bijdrage over te maken voor een kop koffie. Het schrijven van dit soort bijdragen kost uiteraard tijd en uw financiële blijk van waardering wordt gewaardeerd. U kunt uw bijdrage overmaken op NL21BUNQ2121 7549 89 t.n.v. PMJJFrissen.com o.v.v. de titel van de bijdrage. U bepaalt helemaal zelf wat u geeft.
Geïnteresseerd in de geschiedenis van het Koninklijk huis?



Opmerkingen